Moeder Overste - Reisverslag uit Port Douglas, Australië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu Moeder Overste - Reisverslag uit Port Douglas, Australië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu

Moeder Overste

Door: marjanenfrank

Blijf op de hoogte en volg marjan en frank

23 Januari 2010 | Australië, Port Douglas

Lieve vrienden,

We hadden dus een hotelletje gevonden in Chinatown, via internet. Betaalbaar en toch centraal gelegen. Aan Georgestreet, één van de belangrijkste verkeersaders in de stad. En ik vond de naam ook wel chique klinken, ‘Lord Mountbatten’. En zo zag het er ook uit. Op internet althans, op de foto’s . Geloof nooit de foto’s, dat valt altijd tegen.

We meldden ons bij een grote, afgebladderde roodmetalen deur, met een klein luikje aan de bovenkant en een camera erboven, in een rommelig portiekje. Het deed eerder denken aan de entree van een louche nachtclub of een illegale Chinese gokhal dan aan die van een hotel. Toen we aanbelden draaide de deur verrassend soepel en licht naar binnen open. We zeulden onze bagage vijf trappen op, naar de receptie, waar de Chinese beheerster ons de sleutel overhandigde van onze kamer, aan het einde van de gang. Een gang met een vervaarlijk krakende vloer en grijze vloerbedekking, waarop zich donkerbruine vlekken aftekenden van dubieuze herkomst. Alles schreeuwde om een stevige schrobbeurt en een flinke lik verf.

We moesten de deur van onze kamer bij het openen stevig aan de klink optillen, om te voorkomen dat de schroeven aan de onderzijde van de deur diepe groeven trokken in de mahoniehouten vloer. De oude, bedompte lucht sloeg ons in het gezicht. We schoven het vergeelde gordijn voor het raam opzij. Het was bedekt met een dikke stoflaag en toonde bruine vingerplekken, op die plaatsen waar mensen gewoonlijk een gordijn vastpakken om te openen of te sluiten. Met moeite duwden we het met vogelpoep besmeurde raam omhoog. De stad drong onmiddellijk en in alle hevigheid onze kamer binnen: Georgestreet bleek een heel drukke straat.

Wat direct opviel was dat het hele hotel volhing met lijstjes wat wel en wat niet mocht, met geboden en verboden en wat de eventuele boetes of consequenties waren: je mocht niet roken (vanzelfsprekend), maar ook geen open vuur maken (?), want als het alarm afging en de brandweer moet uitrukken werden de kosten in rekening gebracht. Je moest eerst je kamer betalen voor je er op mocht. Je mocht met niet met meer dan twee mensen op een tweepersoons kamer slapen. Je mocht in het hele gebouw geen alcohol nuttigen ('alcohol is prohibited in all premises’). Maar ja, een wijntje bij het eten laat ik me niet snel afnemen. Dus schonken we op onze kamer de wijn in, in ondoorzichtige koffiemokken en namen die vervolgens met een onschuldige blik mee naar de eettafel. Wat een stiekem gedoe, bedacht ik me, ben ik daar nu dan 53 jaar voor geworden? De meest bijzondere verbodsregel op de lijstjes was wel de laatste: het was ten strengste verboden het lijstje met de verboden en geboden te ontvreemden!

De gemeenschappelijke keuken had ook betere tijden gekend en wellicht ook ooit een ander type gebruiker, in de dagen dat Mountbatten nog enige grandeur had. En geen slaapgelegenheid was van backpackers en andere armoedzaaiers. Het kleine aanrecht stond vol met hoog opgestapelde, niet afgewassen pannen en potten, de gaspitten waren bedekt met aangebakken etensresten, het bestek uit de bestekbak wasten we voor gebruik goed af om de aangekoekte pastasaus alsnog te verwijderen van vorken en messen. En in de hoek, ik zag ‘m direct al liggen, een grote dode kakkerlak. Dood, dat wel, maar waar dode kakkerlakken zijn.…. We besloten desondanks niet te vluchten en er het beste van te maken. Ik had per slot van rekening ook zes jaar op Uilenstede gewoond, een studentenflat. Daar trof je ook zwaar beschimmelde pannen en potten aan in keukenkastjes en op het keukenbalkon, als we de jaarlijkse grote schoonmaak hielden.

Na verloop van tijd went alles, ook Mountbatten. Je gaat je er op instellen dat je iedere avond met de overige 24 gasten een gevecht moet voeren om het enige fornuis dat het hotel rijk is en dat je met zijn allen rondjes loopt te draaien om de enige koelkast en het enige gootsteentje. Je went er ook aan dat de koekenpan die jij net gebruikt hebt eventjes snel wordt omgewassen met koud water, zonder sop, en dat er dan direct een verse vis in wordt gekieperd, even later gevolgd door een paar braadworsten, terwijl de visresten van de vorige gebruiker nog vastgekoekt zitten aan de randen. De ontbrekende afzuiginstallatie in combinatie met het intensieve gebruik van de keuken zorgde voor een penetrante en niet te definiëren kooklucht, die ook later op de avond nog steeds goed te ruiken was op onze kamer.

Gelukkig was er naast de keuken een klein binnenplaatsje, met een tafeltje en wat stoeltjes. Een toevluchtsoord, waar we steevast onze maaltijden nuttigden. Het lag ingeklemd tussen muren en schoorstenen die tientallen meters hoog waren, dus als je heel goed recht omhoog keek kon je ver boven je een klein vierkant stukje stadslucht zien. Je moest er ook niet gaan zitten voor het goede gesprek: iedere conversatie werd onmogelijk gemaakt door het bulderende geluid van de slecht onderhouden ventilator van het belendende restaurant. Maar je had er in ieder geval een beetje ademruimte, figuurlijk gesproken althans.

We waren in deze ‘boeiende’ omgeving zoals gebruikelijk weer de stamoudsten, maar voelden ons desondanks op ons gemak tussen de jonge gasten. En wat voor gasten: mooie, jonge, blonde meiden met gebronsde benen in witte shorty’s. Ze kwamen overal vandaan, maar de meesten uit Nederland en Duitsland. En ze hadden allemaal een staartje. Jullie begrijpen, ik bleef soms langer dan strikt genomen noodzakelijk was achter mijn laptopje plakken, pontificaal zittend aan de gemeenschappelijke huiskamertafel. Ook Marjan had zich daar inmiddels een vaste plek verworven, centraal in het midden. Gezeten op haar zetel gaf ze als een Moeder Overste de jonge meiden advies, gevraagd en ongevraagd. Ze begon zich ook steeds vaker met het keukengebeuren te bemoeien en spoorde de gasten aan af te wassen en hun troep op te ruimen. Ze maakte er steeds meer haar keuken van, die daar overigens zichtbaar van opknapte. Tot groot genoegen van de beheerster.

En wat we zoal nog meer deden in Sydney, tussen alle Mountbatten-beslommeringen door? Musea bezoeken en naar de top tien van de meest giftige slangen en spinnen in Australië kijken. Slangen die soms je schuur binnendringen en zich agressief gedragen. Dus als je er wat van zegt krijg je nog een grote, giftige bek ook. Een stadstour maken met de 'hop-on-hop-off' bus, door het Hyde park wandelen, UGS kopen. En de dierentuin bezoeken natuurlijk, vaste prik bij ieder bezoek aan een grote stad. De reis er naar toe was geweldig. Eerst met de ferry naar het Zoo-uitstappunt en dan vervolgens met een kabelbaantje naar de ingang op de top van de heuvel. En overal waar je liep had je een prachtige view op de stad.

Maar wat een mensenmassa in de tuin. Alsof alle gezinnen in Sydney onafgesproken besloten hadden nog een leuk dagje door te brengen in de dierentuin, als toetje van hun zomervakantie. Het was warm en drukkend tusdsen de dieren. Met kinderen die jengelden om ijsjes en cola. Huilbaby’s met klamme voorhoofdjes en plakharen, die zo moe waren dat ze niet meer in slaap vielen. Ongelukkig kijkende moeders met overgewicht die amechtig hijgend hun zwaarbeladen buggy's met veel moeite de stijle looppaden opduwden, grote zweetplekken onder hun oksels. Zelfs de kangaroe’s gedroegen zich lamlendig en lagen op hun rug ongegeneerd en verveeld aan hun ballen te krabben (foto op aanvraag te bekomen, red.).

De één na laatste dag togen we naar Bondi Beach (spreek uit ‘Bondaai‘ Beach). Flaneren op Bondi Beach, dat heb ik altijd al willen doen. Zoals je ook flaneert op de boulevard van Nice, of op de Rambla in Barcelona. Met een langzame, nonchalante tred promeneren langs chique winkels en stijlvolle terrassen, mooie zonnebril op, sweater losjes om de schouders. Maar flaneren doe je dus niet op de boulevard van Scheveningen of in de Kalverstraat. Je lóópt over de boulevard van Scheveningen en je winkelt in de Kalverstraat. Het zijn plekken die kwalificatie ‘flaneren’ niet verdienen, daarvoor hebben ze te weinig grandeur. Daarvoor zijn ze te ‘goedkoop’, te veel gericht op het snelle, impulsieve consumeren. En niet op het zien en gezien worden.

Maar we waren er al voor gewaarschuwd, Bondi Beach is vergane glorie. In Bondi Beach flaneer je niet meer. De boulevard is verworden tot een aaneenschakeling van verveloze fish ‘n’ chips gelegenheden, waar duiven en meeuwen de terrassen terroriseren en niet eens meer weggejaagd worden door de ongeïnteresseerde obers. Bedienend personeel dat sloom de op de grond gevallen patatjes bij elkaar veegt, maar daar halverwege al weer gapend mee ophoudt. Marjan liep in Bondi Beach een oorontsteking op toen ze ging zwemmen, ook dat nog. We hadden het allemaal kunnen weten. Manley Beach was ons aangeraden, niet Bondi-Beach. Maar we moesten een keuze maken en kozen juist niet voor het trendy-hippe gebeuren maar voor vergane glorie. Ook dat heeft zo z’n charme. En bovendien, laten we eerlijk zijn, Bondi Beach is tóch Bondi Beach, nietwaar?

Liefs Frank


  • 23 Januari 2010 - 15:42

    Marijke:

    Ik zie Marjan helemaal zitten als moeder overste temidden van de jeugd. Een heerlijk beeld. En Marjan had je ook geen zin om de verfpot te pakken of gaat dat dan weer wat ver.
    Ik lees (niet alles) maar steeds met veel plezier jullie verhalen. Brengt de wereld een beetje bij ons thuis, heerlijk hoor. Die verhalen van Frank gaan straks zo met een nietje er door naar de uitgever zeker?!
    En Frank en Marjan, nog van harte gefeliciteerd met het huwelijk van Mikki en Ilias. Bijzonder hoor. We vieren in juni graag het feestje met jullie mee.
    Groeten uit een druilerig, koud Duivendrecht, ook van Piet, Hanneke en Corine.
    Liefs, Marijke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Port Douglas

marjan en frank

die hoedjes gaan mee de wereld rond,vanuit Marrakesch naar Singapore,New Zeeland,Australie en Indonesie.

Actief sinds 25 Aug. 2009
Verslag gelezen: 254
Totaal aantal bezoekers 95812

Voorgaande reizen:

25 Augustus 2012 - 29 September 2012

Cuba

27 November 2009 - 04 Juni 2010

sabbatical

Landen bezocht: