Like a madman - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu Like a madman - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu

Like a madman

Door: marjanenfrank

Blijf op de hoogte en volg marjan en frank

15 April 2010 | Indonesië, Batavia

Lieve vrienden,

Na vijf dagen verlieten we Yogya. We hadden een trip geboekt naar Bali, via de Bromo en de Ijen, twee vulkanen in Oost-Java. De chauffeur pikte ons keurig op het afgesproken tijdstip op en stelde zich netjes voor. Hij maakte een beschaafde, rustige indruk. Maar die indruk werd al na een paar honderd meter asfalt tenietgedaan. Het keurig heerschap bleek zich te gedragen als een wildeman. Achter het masker van beschaving en bescheidenheid school een wegpiraat, die maling had aan de overige weggebruikers en zich ten doel leek te hebben gesteld de afstand Yogya en Surabaya in recordtijd te overbruggen. Hij haalde continu in op deze zeer drukke verkeersader, alsof hij geen enkele andere verkeersdeelnemer voor zich duldde, schoot claxonerend van links naar rechts en dook ieder gaatje in wat hij kon vinden. Ontweek op het allerlaatste moment tegenliggers, scheerde rakelings langs brommers en auto’s, soms met slechts enkele centimeters tussenruimte. Het paste allemaal maar nét. Als een vrachtwagen voor hem ging inhalen kroop hij er direct achter, zonder zelf zicht te hebben op de andere weghelft en eventuele tegenliggers. Maakte niet uit, de vrachtwagen zou de klap wel opvangen, zo zou hij ongetwijfeld redeneren.

Hij leek het bumperkleven te hebben uitgevonden, drukte en duwde de auto’s voor hem bijkans van de weg. Hij bleef soms minuten lang vlak achter een vrachtwagen plakken, steeds proberend een inhaalmanoeuvre uit te voeren. En al die tijd hapten we dan in de vieze, zwartwalmende uitlaatgassen van het zwaar beladen voertuig vlak voor onze neus. Zo’n zwaar ronkend, bejaard vehikel met een benzineslurpende, aftandse motor en een verroeste uitlaat. Niet alleen lapte hij de verkeersregels aan zijn laars, maar ook de weinige verkeersborden die het staatbeeld sierden negeerde hij achteloos. Voor zover ze al opvielen in deze jungle van uithangborden en ander straatmeubilair. Het hilarische verkeersbord ‘attentie voetgangers’ deed ons in lachen uitbarsten. Een spanning wegnemende lach, net iets te hard.

Tussendoor was onze snelheidsduivel ook nog eens voortdurend mobiel aan het bellen, hands on vanzelfsprekend, terwijl hij met een handje aan het stuur inhaalde, toeterde en de vele kuilen in de weg probeerde te ontwijken. Technisch gesproken was het in feite een uitstekende chauffeur, maar deze relativering konden we op dat moment niet opbrengen, dergelijke waarderende woorden konden we toen bepaald niet over onze lippen krijgen.

De rit naar de Bromo was, kortom een ‘memorabele’ tocht. We maakten een etmaal lang deel uit van een waanzinnige, walmende, wroetende massa voertuigen, bij elkaar gedreven op een lang lint van asfalt. Een zwarte streep in het groene landschap waar het recht van de sterkste gold. Onze chauffeur deed zijn uiterste best aanspraak te maken op deze in dit land ongetwijfeld prestigieuze titel. Het was, anders gezegd een hellerit, twaalf lange, zenuwslopende uren lang.

Gelukkig stond onze minibus ook regelmatig stil. Nee, niet voor de vele stoplichten in de stadjes waar we doorheen reden, want die leken alleen te zijn opgesteld om het straatbeeld van groene, oranje en rode kleuraccenten te voorzien. Het gebeurde op momenten dat de weg zonder duidelijke reden helemaal dichtslibde, alsof het getroffen werd door een infarct dat de pompende verkeersader voor even tot stilstand bracht. Het bood ons de gelegenheid even onze strak op de weg gerichte blik af te wenden en het straatbeeld in ons op te nemen. Om opzij te kijken naar de vele handeltjes langs de weg, naar de neringdoenden waarbij de vele reparateurs van knalpotten, uitlaten, radiateuren en motorblokken uiteraard een dominante positie innamen. Op zulke momenten van stilstand schoten ook, als een duveltje uit een doosje allerlei ramenlappers, krantenverkopers, fruitverkopers en bedelaars tevoorschijn, die tot het allerlaatste moment tussen de auto’s krioelden, als ze al weer optrokken. Opportunisten waren het, op zoek naar dat ene kleine gaatje in de markt. Zoals de stofafnemers, jongens die gewapend met een plumeau het stof van de motorkap afveegden, in de hoop op een kleine geste van de bestuurder.

De hoofdweg die Yogya en Surabaya verbond was één grote aaneenschakeling van winkeltjes, garages en huisjes. Een driehonderd kilometer lang lint van bebouwing. Maar het was ook een heel smalle strook. Want af en toe kon je tussen de huizen doorkijken en zien dat de achterkanten van de huizen direct tegen het platteland aanschurkten. Vlak achter het grijze beton begon het groen van de sawa. Waar boeren met hun conische, traditionele hoofddeksels op hun hoofd tot hun knieën in het water stonden en hun rijstvelden bewerkten. Op nog geen vijftig meter afstand van de stad bevond zich het platteland. Op nog geen minuut lopen van de ronkende personenauto's, reutelende autobussen en razende scootertjes, stroomde en klaterde het water in de kanaaltjes, piepten de houten vogelverschrikkers zachtjes in de wind en floten de vogeltjes.

Het was al schemerig toen we eindelijk de hoofdweg verlieten en de bergen inreden. Eindelijk bomen om ons heen, groen, lucht, ruimte. We kronkelden omhoog, kilometer na kilometer, bocht na bocht. Tot op grote hoogte zagen we sawa’s, terrasgewijs tegen de steile hellingen aangelegd. En dorpjes die tegen de bergwanden aangeplakt waren en de zwaartekracht leken te trotseren. De vulkanen in de omgeving, vrijwel allemaal actief, leken de mensen niet af te schrikken. Overal werd de vruchtbare vulkaangrond bewerkt en waren de koele hellingen bewoond.

Om zeven uur ’s avonds bereikten we ons hotel, de laatste herberg voor de top. We zouden er de korte nacht doorbrengen. In een kille hotelkamer, onder klamme lakens, zo bleek. Pogend een paar uur te slapen voor het onverbiddelijke alarm van de wekker zou klinken.

Liefs,

Frank

  • 15 April 2010 - 12:50

    Thea Meulenberg:

    Marjan,
    Het is toch wat dat lijden van jullie in Bali
    Ik ken dat want dit hebben wij ook gedaan maar wel rustiger
    jongens dat wordt afkicken thuis hoelang duurt deze gein nog grapje
    groetjes van Thea

  • 16 April 2010 - 09:34

    Guus:

    Lieve mensen, wat maken julie toch een hoop mee.
    Hoe verwerken jullie deze prikkels toch allemaal?
    Heel heel veel plezier weer.
    Marjan Hou diech good!

  • 16 April 2010 - 12:27

    Guus:

    wat een schrijver is die man!
    Wat een veelheid aan indrukken, toch.
    Hoe verwerken jullie dat toch allemaal?

    Groet,
    Guus

  • 16 April 2010 - 17:40

    Jaap:

    Frank,jou verhaal brengt veel herinneringen bij mij naar boven. Het is niet bepaald uniek wat jullie beleefd hebben tijdens die dodemansrit. Ik heb eens een keer de chauffeur tot stoppen gedwongen en geeist dat hij normaal ging rijden. Volstrekt zinloos;hij begreep me gewoon niet en snapte totaal niet waar ik mij over opwond. Dwazen zijn het, allemaal!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Batavia

marjan en frank

die hoedjes gaan mee de wereld rond,vanuit Marrakesch naar Singapore,New Zeeland,Australie en Indonesie.

Actief sinds 25 Aug. 2009
Verslag gelezen: 155
Totaal aantal bezoekers 95780

Voorgaande reizen:

25 Augustus 2012 - 29 September 2012

Cuba

27 November 2009 - 04 Juni 2010

sabbatical

Landen bezocht: