Great Barrier Reef - Reisverslag uit Alice Springs, Australië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu Great Barrier Reef - Reisverslag uit Alice Springs, Australië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu

Great Barrier Reef

Door: marjanenfrank

Blijf op de hoogte en volg marjan en frank

06 Februari 2010 | Australië, Alice Springs

Lieve vrienden,

Toch nog gedoken op het Great Barrier Reef! Na een kleine twee weken voeren de duikboten eindelijk weer uit naar het rif. Spannend! Of, zoals mijn Spaanse buddy Alfonso voor onze eerste duik tegen me zei: “I flew fifteenthousand kilometers to dive on the Great Barrier Reef, I’m so excited!”. We waren die ochtend aan boord van een grote catamaran gestapt, de Silverquick. En snel was hij, in een uurtje waren we bij het Outer Reef, veertig kilometer uit de kust. Aan boord zo’n zeventig duikers en snorkelaars en zeker tien bemanningsleden. En een groep Japanners. Met hun eigen Japanse Silverquick begeleiders, hun eigen divemasters, hun eigen materialen, hun eigen duikprogramma. Ze gingen als eersten het water in, kwamen er als eersten weer uit en zaten als eersten aan de speciaal voor hen gereserveerde lunchtafel. Vreemd eigenlijk, Aziaten zijn reislustig en willen kennelijk veel van andere landen zien, maar dan zonder met de bewoners in aanraking te willen komen. Of te integreren met andere toeristen. Ze zoeken vrijwel altijd de beslotenheid op van de eigen groep. Ze lachen je ondertussen vriendelijk toe, maar wisselen geen woord met je. Of het moet in heel slecht Engels zijn. Ik spreek in algemeenheden, maar toch. Enerzijds zijn ze erg op zichzelf en anderzijds zijn ze sterk gericht op de wereld om hen heen en spelen ze bijvoorbeeld een succesvolle rol in de wereldeconomie. Wereldburgers aan de ene kant, ‘einzelgängers’ aan de andere kant.

De Silverquick was een geoliede machine. Geen simpel en goedwillend duikbedrijfje, maar een efficiënte duikonderneming. Grote aantallen duikers die volgens een strak schema het water in gestuurd werden. Heel commercieel ook, met t-shirtjes en andere ´Silverquick merchandise’. Foto’s en video’s die ze van je gemaakt hadden tijdens het duiken (er zwom voortdurend een fotograaf mee tijdens het duiken) en die je voor veel geld kon kopen. Alles bij elkaar goed voor, zo rekende ik even snel uit, een jaaromzet van een paar miljoen dollar. Per boot. En ze hadden een vloot van drie of vier boten. Maar ook een degelijk bedrijf, met goed onderhouden duikmaterialen, lycrapakjes tegen de ‘stingers’ (giftige kwallen), kundige begeleiders en veel aandacht voor veiligheid. Dat bleek onder meer uit de alom aanwezige supervisors, die alles en iedereen in de gaten hielden en steeds en bij herhaling controleerden of iedereen weer aan boord was.

Een duiktrip ook die van minuut tot minuut geprogrammeerd was. Zo bleek een aangekondigde duiktijd van vijfenveertig minuten ook precies een duiktijd van drie kwartier. En als aangekondigd werd dat we om 12.50 uur weer aan boord zouden klimmen na de tweede duik en daarna twintig minuten de tijd zouden hebben om de lunch op onze borden te stapelen, dan klopte dat in de praktijk ook precies. Maar aan de andere kant was het ook allemaal vrij onpersoonlijk, je was niet meer dan een nummer. Je identiteit werd bepaald door je 'last name´ op de duiklijst en je duiktijd, maximale duikdiepte en verbruikte hoeveelheid lucht die achter je naam werden geschreven. Na afloop geen tijd voor een praatje met de divemasters, geen gelegenheid voor een reflectie op de duik.

Maar dat mocht de pret allemaal niet drukken, ik heb mooi en relaxed gedoken. Met een zorgzame en alerte buddy. Dat mag ook wel eens gezegd worden, want dat maak je niet vaak mee. De derde en laatste duik was zelfs fantastisch. Prachtige koraaltuinen met een grote variëteit aan kerngezond koraal. Halverwege de duik brak, voor het eerst die dag, de zon door. Toen pas, in het volle zonlicht, toonde het koraal zijn werkelijke kleurenpracht. Mijn buddy en ik zweefden in vervoering langzaam langs de prachtige koraalwanden. Tot de divemaster ruw onze droom verstoorde: de vijfenveertig minuten waren om!

We hebben die duik overigens ook nog een haai gezien, een whitetip reef shark. Aan het begin van de duik zagen we hem al, hij zwom rondjes onder de boot. Later hoorden we dat-ie dat altijd deed: zodra hij de boot hoorde aankomen zwom hij er naar toe. Geen anoniem, bloeddorstig monster met een lengte van vele meters (ik had graag anders verteld), maar gewoon de Silverquick huishaai, hopend op wat afvalresten.

Aan boord raakten we in gesprek met vier Amerikaanse stellen, al lang en breed gepensioneerd en bezig met een vierweekse reis in Australië en Nieuw Zeeland. Ze woonden in Virginia, op het platteland. In boerderijen met veertien kamers en land eromheen zo groot als een paar honderd voetbalvelden. Toch kwamen ze ook graag in de stad. Washington D.C. lag op twee uur rijden en ze gingen ook regelmatig naar New York, een kleine zeven uur met de auto. “Regelmatig, dus een paar keer per jaar?”, vroeg ik. “Nee, een paar keer per maand”, zeiden ze. Het bevestigde maar weer eens dat ruimte en afstand in Amerika een andere dimensie hebben dan bij ons.

De vier mannen zochten elkaar thuis, in Charleston regelmatig op in hun stamkroeg, een soort praathuis. Ze lazen dan allemaal dezelfde krant, waarna ze hun eigen interpretatie van het nieuws gaven. De eerste zei dan: “Did you know that Obama did such and such?” Bij de tweede was het Bush en de laatste beweerde: ‘Did you know that Chroetsjov did such and such?” “You will end in a place like that one day”, zeiden ze lachend tegen me “I hope I will!”, antwoordde ik.

Eén van de mannen in het gezelschap had een bijzonder verhaal. Hij leek op Jimmy Carter, dus ik zal hem vanaf nu Jimmy noemen. Welnu, Jimmy had ooit zijn zeilboot opgehangen in zijn landbouwschuur, voor het jaarlijkse onderhoud. Naast de boot had hij een soort stellage bevestigd, die met kabels vastzat aan de balken die het dak schraagden. Vanaf de stellage kon hij goed bij de onderkant van de boot komen, om hem te schilderen. Opeens brak een van de bevestigingsbouten van de kabels (naar later bleek vanwege ondeugdelijke kwaliteit) en Jimmy maakte een val van zeven meter. Wonderlijk genoeg kwam hij terecht op het enige vrije plekje op de vloer, daar waar geen harken of zeisen lagen, of andere landbouwapparatuur. Maar hij had wel zijn rug op meerdere plaatsen gebroken. Hij werd verlamd naar het ziekenhuis afgevoerd, waar ze zijn ruggengraat over de hele lengte vastzetten met behulp van titanium plaatjes. Die plaatjes werden aan elkaar geschroefd, tot een soort mecano-strip. Twee strips, aan iedere kant van de ruggengraat één. Vervolgens boorden de chirurgen door en door gaten in de ruggengraat en maakten ze de twee tintaniumstrips met moeren en bouten aan elkaar vast. Na drie dagen kon Jimmy al weer lopen en na vier weken had hij alle gevoel in zijn rug en benen weer terug. Een paar jaar later maakte hij weer een val, weer zijn ruggengraat gebroken! Toen de artsen een scan van zijn hoofd maakten om te kijken of daar niets beschadigd was door de val, ontdekten ze bij toeval een tumor. Na de operatie aan zijn rug werd hij direct doorgestuurd naar een tweede ziekenhuis, waar ze via de neus een hersentumor verwijderden zo groot als een ei. Hij had nooit ergens last van gehad. Als de tumor niet was verwijderd, was hij er waarschijnlijk aan overleden. “Het klinkt vreemd”, zei Jimmy, maar dankzij mijn tweede val leef ik nog steeds”. Hij had twee valpartijen en een tumor overleefd. Het verklaarde zijn levensvreugde en ongebreidelde optimisme. Of hij er ooit aan gedacht had om Sears (de leverancier van de bouten) voor het gerecht te dagen? “Ik heb er aan gedacht”, zei Jimmy, maar toch besloten het niet te doen. Het enige wat het je oplevert is nog meer verdriet”.

We meerden om 16.30 uur aan in de haven van Port Douglas, precies op het afgesproken tijdstip. De passagiers stapten van boord, de Japanners als eersten natuurlijk. Hun Japanse bus met Japanse chauffeur stond hen al op te wachten, ongetwijfeld op weg naar hun Japanse hotel met een Japanse hostess. Toen wij de kade opstapten waren ze al lang uit het zicht verdwenen.

Liefs Frank


  • 06 Februari 2010 - 08:28

    Manon:

    Ha leuk, weer een verslag. Het was stil aan de overkant. Maar alles gaat goed zo kunnen we weer lezen!

  • 06 Februari 2010 - 14:20

    Anja:

    Hallo Frank en Marjan,
    Het is fijn weer wat post van jullie te krijgen en te lezen dat het goed gaat. Doe maar niet zó als Jimmy, want het loopt ook vaak niet goed af. Ik heb gisteren Joeri nog gesproken en hij zag er goed uit en klonk vrolijk.Ik ga nu naar jullie volgende verslag. Veel groeten, Paul en Anja.

  • 08 Februari 2010 - 14:36

    Ger:

    Mooi duikverhaal. Prachtige foto's en zo leuk om te lezen. Net of ik er bij ben. Maar ik ga nog ........

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Alice Springs

marjan en frank

die hoedjes gaan mee de wereld rond,vanuit Marrakesch naar Singapore,New Zeeland,Australie en Indonesie.

Actief sinds 25 Aug. 2009
Verslag gelezen: 104
Totaal aantal bezoekers 95812

Voorgaande reizen:

25 Augustus 2012 - 29 September 2012

Cuba

27 November 2009 - 04 Juni 2010

sabbatical

Landen bezocht: