Adam en Eva - Reisverslag uit Broome, Australië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu Adam en Eva - Reisverslag uit Broome, Australië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu

Adam en Eva

Door: marjanenfrank

Blijf op de hoogte en volg marjan en frank

28 Februari 2010 | Australië, Broome

Lieve vrienden,

We hadden 450 kilometer voor de boeg die dag. We wilden onze laatste nacht in de outback doorbrengen in de Trephina Gorge in de East MacDonnell Ranges, op zo’n 80 kilometer afstand van Alice. We reden door een zongeblakerd, spaarzaam begroeid landschap. Boeiend in zijn monotonie en eindeloosheid. De enige dieren die we zagen waren dode dieren: her en der lagen karkassen langs de weg van kangaroe’s en kamelen. Af en toe, zo om de 250 kilometer was er een roadhouse, waar je kon tanken en wat eten. Waar je even los kon komen van het kaarsrechte asfalt waar nooit een einde aan leek te komen. Bijzondere pleisterplaatsen waren dat, met grote koele binnenruimten, waar de weinige weggebruikers zich te goed deden aan een koel drankje of een hamburger of sandwich, verrassend lekker vaak. En altijd uitgeserveerd door uitermate vriendelijke bediendes.

Aan het eind van de middag bereikten we de natuurcamping van de Trephina Gorge. We parkeerden onze auto in de buurt van de enige andere campinggast, een naakt rondlopende, bejaarde man. Hij bivakkeerde daar kennelijk al langere tijd. Want zijn campervan was met een dikke laag rode stof bedekt en was het middelpunt van een bijzondere constructie van aan elkaar geknoopte doeken, windschermen en tenten. Een ludiek vormgegeven semi-permanent onderkomen dat deed denken aan de creatieve bouwsels van de half-nomaden die ooit de vrijhaven Ruigoord bevolkten, in het westelijk havengebied van Amsterdam. Hij stond zich te douchen onder zijn boomdouche op het moment dat wij uitstapten. We knikten elkaar vriendelijk toe. We noemen hem Kurt.

We spreidden onze schwags uit, kookten wederom een heerlijke maaltijd en kropen na het vallen van de avond onder onze klamboe. We genoten in stilte van de fenomenale, maanloze sterrenhemel en van de sprookjesachtige omgeving. Tot Kurt opeens heel hard begon te praten, zeg maar gerust te schreeuwen. Hij bleek te telefoneren, maar de slechte satellietverbinding speelde hem parten. Hij blafte bij herhaling en op staccato- achtige wijze zinnen in zijn telefoon als: ‘Hör doch mahl endlich zu!!!!’ Nu heb ik helemaal niets tegen Duitsers, maar als ze op commando-achtige wijze gaan schreeuwen krijg ik toch onwillekeurig associaties met marcherende soldaten, die hun gestrekte benen ritmisch omhoog gooien en onderwijl uit volle borst het Horst Wessellied zingen. Ik moest ook direct denken aan John Cleese (‘don’t mention the war!’). Hoe dan ook, het maakte abrupt een eind aan onze idylle. In plaats van huilende dingo’s kregen we een blaffende Duitser.

De volgende morgen liepen we in alle vroegte naar de gorge. Een schitterende kreek, te midden van stijl oprijzende roestbruine rotswanden. Aan de oevers van de kreek een strook spierwit zand. We kozen een wat hoger gelegen punt en vlijden ons neer op de gladde rotsen, onder de schaduw van Eucalyptusbomen. We waanden ons in het paradijs, helemaal alleen, als Adam en Eva. Maar hoor, daar kwam onze oosterbuurman al weer aangelopen. Poedelnaakt wederom, maar dit keer zonder te blaffen. Hij zeeg neer op wat vermoedelijk zijn favoriete rots was, vlak bij ons. Even later dook hij het water in. Toen hij er uit kwam vroeg Marjan of het geen probleem was om hier te zwemmen. Marjan krijgt iedereen aan het praten, dus ook deze merkwaardige kluizenaar. Hij begon met zich te verontschuldigen voor zijn luidruchtige telefonade de avond ervoor. “Kein punkt” zeiden wij.

Kurt vertelde dat hij hier iedere ochtend een paar uur doorbracht, met zwemmen, lezen of gewoon voor zich uitstaren. Hij kwam oorspronkelijk uit Heidelberg en had zich in 2002 in Broome gevestigd om daar van zijn pensioen te genieten. Ieder jaar, als de regentijd, ‘the Wet’ aanbrak in Broome en het daar onaangenaam benauwd werd ging hij naar de Trephina Gorge. Vanwege het stabiele, droge weer, de verkoelende gorge, de verfrissende kreek, de aangename stilte. Juist de eenzaamheid van de plek bekoorde hem. Vooraf sloeg hij voor drie maanden water en voedsel in en daarna kwam hij al die tijd niet meer van zijn plek af.

Eén keer was hij evenwel bijna gedwongen geweest te verkassen, vanwege overvloedige regenval. Het was opeens keihard gaan onweren en regenen. Dat duurde slechts een half uur, maar de harde grond was niet in staat om in zo’n korte tijd de immense hoeveelheden water op te vangen. Het regenwater stroomde in grote hoeveelheden de hellingen af van de bergen rondom de camping, die in korte tijd blank stond. Gelukkig had Kurt min of meer bij toeval zijn onderkomen gefabriceerd op de enige hoger gelegen plek op de camping en hoefde hij zijn boeltje niet op te pakken. Toen de regen ophield, even plotseling als die begonnen was, hoorde hij een merkwaardig gebulder in de richting van de gorge. Kurt ging kijken en kon zijn ogen niet geloven. De lieflijke kreek was veranderd in een woest kolkende watermassa die zich door de kloof perste, onderwijl complete boomstammen met zich meesleurend. Een angstaanjagend gezicht. Later hoorde hij dat de enige campinggast op de andere, iets lager gelegen camping niet alleen zijn tent had moeten prijsgeven aan het water, maar ook zijn 4WD. De ranger die verderop woonde, aan het begin van het park vertelde later dat hij inderdaad een 4WD voorbij had zien drijven.

We hadden geboeid naar zijn verhaal geluisterd, maar kennelijk had Marjan ondertussen ook op andere zaken gelet. Het was haar namelijk opgevallen dat onze Duitse vriend een abnormaal grote balzak had. “Moet ik hier wat van zeggen?“ , fluisterde ze mij toe. “Ben je gek”, siste ik. “Wat stel je je dan voor?‘Entschuldigung, aber zu meiner Meinung is Ihren Hodensack ziemlich gross. Ich empfehle Ihnen einen spezialist zu konsultieren’. “Zoiets?” We doken het water in, dat leek ons een beter idee. Poedelnaakt inmiddels, zelfs zonder vliegennetje dit keer. ‘Blijf rustig, zorg voor een droog en koel voorhoofd en zoek altijd de schaduw op, dan laten ze je met rust’. Had Kurt ons geleerd. We lagen languit, half onder water tegen de rosten aan in het midden van de kreek, in de schaduw van de hoge rotswanden. Ondertussen knabbelden de kikkervisjes zachtjes aan onze tenen. Het was paradijselijk. Kurt glimlachte ons vanaf zijn hoge rots toe.

Dezelfde dag nog reden we door naar Alice. We brachten de 4WD terug en schreven ons wederom in voor een kamer in de Desert Rose Inn, voor twee nachten. Patrick, onze Italiaanse vriend begroette ons in het Thai met Sawatdee Khrab (‘hallo’) en nodigde ons uit over onze belevenissen te vertellen. Het was vreemd, maar voelde tegelijkertijd vertrouwd om weer terug te zijn in de Desert Rose, in Alice. De volgende dag, een zaterdag deden we nog wat boodschappen en dronken een cappuccino op een terras. Daar kwamen we Henk weer tegen, de Nederlandse chauffeur van de airport shuttle, met zijn Italiaanse vriendin. En al gauw kwam het gesprek op de abo’s. Henk bleek de eerste persoon te zijn die we tegenkwamen met een genuanceerd verhaal, in ieder geval met een mening die afweek van de publieke opinie. Hij vond dat de overheid het roer radicaal moest omgooien en wel direct. Als dat niet gebeurde zou over vijftig jaar de aboriginal bevolking gedecimeerd zijn tot een verwaarloosbaar aantal aboriginals en zou hun oorspronkelijke cultuur met de rode woestijnstormen weggewaaid zijn. Maar het punt was dat het geen ‘hot political issue’ was, je won er geen stemmen mee als je je sterk maakte voor de abo’s.

Los hiervan was het probleem in essentie een botsing tussen twee totaal verschillende culturen. De vertegenwoordigers van de dominante, witte cultuur waren paternalistisch en bedachten hoe de abo’s geholpen konden worden om zich aan de huidige tijd en ‘beschaving’ aan te passen. Zonder hen te consulteren en mee te laten denken. Ze bouwden huizen voor hen volgens westers model, met allemaal tussenmuren en aparte kamers. Die werden er dan vervolgens direct weer uitgesloopt, omdat de bewoners gewend waren aan een grote gemeenschappelijke ruimte. Dat leverde hen dan weer het verwijt op dat ze onverantwoordelijke huisbewoners waren. Er werd steeds voor alles een kunstmatige oplossing bedacht, die voorbij ging aan de werkelijke oorzaken. Veiligheidsproblemen in de openbare ruimte werden opgelost door nog meer politie in te zetten. Gezondheidsproblemen door nog meer nierdialysecentra op te richten of door nog meer verpleegkundigen naar de communities te sturen. Zo vertelde Henk het verhaal van een verpleegkundige die een abo-man met een speerwond had verzorgd in een tribal community. Maar die speer was in zijn been gestoken door de stamoudsten, omdat de persoon in kwestie zich niet aan de tribal rules had gehouden. Een traditionele straf, waarbij het slachtoffer door niemand mocht worden geholpen. Toen de wond geheeld was staken ze dus opnieuw een speer in zijn been.

Er was geen begrip voor hun cultuur en hun opvattingen. Zo was het land volgens de indiginous people niet bedoeld om kaal te plunderen en af te graven, zoals de grote mining companies deden. Dat stond lijnrecht tegenover hun filosofie: ‘If you treat the land well, the land will treat you good’. Hun verbintenis met het land was hun navelstreng met het leven. Zonder land waren ze ontheemd. Zonder de bomen, rotsen en dieren hadden ze geen contact met hun voorouders, hadden ze geen identiteit. De witte man had hun een wereld opgedrongen die ze niet wilden, hun van het land verdreven en ze tot mistroostige, alcoholmisbruikende vreemdelingen in eigen land gemaakt.

Het roer moest om, zei Henk, om te beginnen door heel goed te luisteren naar elkaar. En door het vertrouwen terug te winnen dat in de loop van decennia ernstig geschaad was. Door jonge abo’s uit de communities onder begeleiding kennis te laten maken met het stadsleven van de blanke Australiers, zodat ook zij hun vooroordelen konden bijstellen. Door nog meer aandacht op de scholen te besteden aan de complexe, verrijkende abo-opvattingen over oorspong en bestaan. De culturen moesten naar elkaar toegroeien, wat een aanpassing van beiden kanten vereiste. Een delicate balans. Maar om dat te bereiken was heel energie, geld en motivatie nodig. En vooral tijd, heel veel tijd, want het proces zou meerdere generaties in beslag nemen.

We pakten ‘s avonds onze koffers in, met een wat onbestemd, licht nerveus gevoel, zoals altijd als we aan een nieuw reishoofdstuk beginnen. Op weg naar een nieuwe, onbekende stad, Perth, en afscheid nemend van het inmiddels vertrouwde, van Alice. Een stad die ons verbaasd en gefascineerd had, maar die we nooit helemaal begrepen hadden. Die ons had geconfronteerd met de rauwe, cynische realiteit van het multiculturele Australië. Maar die toch ook weer wat meer antwoorden had gegeven op vragen en ons inzicht in deze bijzondere samenleving had vergroot. Toch zouden we er uiteindelijk met een goed gevoel vertrekken. Het gevoel dat we buitengewone mensen hadden ontmoet, in een unieke stad, te midden van een hardvochtig, ruw, maar oeroud en prachtig landschap.

Marjan’s koffer bleek weer wat volumineuzer te zijn dan de vorige keer. Er waren immers ook nu weer spulletjes bijgekomen, zonder dat er een evenredig groot aantal voorwerpen was afgedankt, weggegeven of met de post teruggestuurd naar Nederland. De ritssluitingen werden tot het uiterste opgerekt, het canvas op zijn maximale elasticiteit beproefd. Ook haar koffer maakte zo vlak voor vertrek een wat gespannen indruk.

Liefs,
Frank












  • 28 Februari 2010 - 11:37

    Wilma:

    hee luitjes wat een schitterend verhaal weer,ik hoopte toch stiekum Kurt op de foto`s terug te zien!!!!!haha fijne plek om je te bezinnen.hier is storm op komst in het zuiden.
    verder komen eindelijk de sneeuwklokjes en krokusjes te voorschijn,heerlijk
    dikke kus willie xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Broome

marjan en frank

die hoedjes gaan mee de wereld rond,vanuit Marrakesch naar Singapore,New Zeeland,Australie en Indonesie.

Actief sinds 25 Aug. 2009
Verslag gelezen: 127
Totaal aantal bezoekers 95762

Voorgaande reizen:

25 Augustus 2012 - 29 September 2012

Cuba

27 November 2009 - 04 Juni 2010

sabbatical

Landen bezocht: