Stadsgeluiden - Reisverslag uit Gili Trawangan, Indonesië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu Stadsgeluiden - Reisverslag uit Gili Trawangan, Indonesië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu

Stadsgeluiden

Door: marjanenfrank

Blijf op de hoogte en volg marjan en frank

02 April 2010 | Indonesië, Gili Trawangan

Lieve vienden,

Taxi, taxi? Want cheap hotel, sir? Change? Where you from? German, Ozzi? "Niet laten opfokken, nergens op ingaan, blijven glimlachen en vooral rustig in- en uitademen’, zo spraken we op elkaar in toen we de veilige beslotenheid van luchthaventerminal van Yogyakarta achter ons lieten. De glazen schuifdeuren openden zich en we stapten het volle Indonesische leven binnen. We voelden ons kwetsbaar, gemakkelijke slachtoffers die zo onverstandig waren geweest de stedelijke jungle van Yogyakarta op te zoeken. Het was overduidelijk: van de orde hadden we ons verplaatst naar de chaos, structuur en organisatie hadden we verruild voor improvisatie, het bekende ingewisseld voor het onbekende. We wurmden ons met onze trekkoffertjes door een muur van luid roepende en druk gesticulerende verkopers, handelaren, taxichauffeurs en autoriteiten, gestoken in uniformen in alle soorten, maten en kleuren. We wisten met moeite een enigszins verdekt opgestelde kiosk te bereiken, waar we een taxi-kaartje bemachtigden. Voor omgerekend vijf euro. Het voelde als een eerste overwinning. Hadden we toch maar mooi weten te voorkomen dat ons meteen al een poot werd uitgedraaid door een onbetrouwbare taxi-chauffeur. Ha! Dat van die taxi-kiosk wisten we van de Lonely Planet natuurlijk, zoals zo vaak onze steun en toeverlaat in onzekere tijden. We gaven de chauffeur de naam door van ons hotelletje en daar gingen we op weg, de stad tegemoet.

Het verkeer viel eigenlijk best wel mee, vonden we. Maar toen we het luchthaventerrein verlieten en de openbare weg opdraaiden wisten we direct beter. We werden meteen overvallen door honderden, nee duizenden scooters, die als horzels op ons afvlogen, van links naar rechts vlogen, ons rakelings passerend, ieder gaatje benuttend dat het hobbelige asfalt hen bood. Of, als dat niet voldoende was gewoon gebruik maakten van het onverharde gedeelte aan de zijkant van de weg. Want de weg houdt hier pas op waar de huizen beginnen. Soms zagen we vier passagiers op een scooter, de bestuurder voorop, een volwassene achterop en daar tussenin twee kinderen ingeklemd, slapend, zonder helm, zich van geen enkel gevaar bewust. Het was één ronkende, dampende, krioelende massa, die zich met horten en stoten, langzaam maar zeker in de richting van het centrum verplaatste. Na drie kwartier draaide onze chauffeur van de hoofdweg af en lieten we de grootste drukte achter ons. We stopten bij Bladok, een hotelletje in een betrekkelijk rustige woonbuurt in het centrum. Het zou de komende vijf dagen onze veilige thuishaven zijn, onze oase van rust in een stedelijke woestenij.

Bladok prikkelde onze zintuigen. We genoten van de geluiden van de stad als we ‘s middags op de porche voor onze kamer op de tweede verdieping een biertje zaten te drinken. Het knetterende geluid van een optrekkende brommer, een schorre fietsbel, een handelaar die luidkeels zijn waren aanprees, een toeterende trein in de verte, de omroeper op het treinstation die de vertrektijden aankondigde, vliegtuigen die recht boven ons aanvlogen op de luchthaven, het gegil van uitgelaten schoolkinderen als de laatste bel van de school had geklonken die dag en de mullah die vijf maal daags probeerde boven het stadsrumoer uit te komen en de gelovigen op te roepen tot gebed. En ’s avonds karaoke natuurlijk en in de verte discodreunen. Midden in de nacht de zachte stemmen van buurtbewoners die op het binnenplaatsje gehurkt en met een sigaretje in hun mond de dag doornamen. Yogya was een stad die nooit sliep. Het waren aangename stadsgeluiden, waarin de vitaliteit en energie van de stad weerklonken. Het waren geluiden waar aan het einde van de middag, als de stad wat meer tot rust kwam, de scherpste kantjes van af waren. Geluiden die dan afzwakten tot een rustgevend, bijna loom makend geroezemoes.

Onze porche bood uitzicht op de huizen in de buurt, op de daken van roest-bruine golfplaat en rode dakpannen. Ze stonden kris kras door elkaar, de huizen. De daken schurkten tegen elkaar aan of waren zelfs over elkaar heen gebouwd. Ieder gaatje tussen de huizen werd benut voor weer een nieuwe overloop, een balkonnetje of een patio. Waar de was gedroogd werd of kippen werden gehouden. Of waar een armetierig boompje met vaalgroene, bestofte bladeren krampachtig probeerde te overleven. Het geheel werd overspannen waren door een chaotisch web van elektriciteitsdraden. Afgetapt van de hoofdleidingen boven de stegen, gesplitst tot in het oneindige en aan elkaar gekoppeld met dubieus ogende verbindindingsstukken, die er eerder uitzagen als wat groot uitgevallen kroonsteentjes. Een woud van televisieantennes, zover je keek, waar hier en daar een satellietschotel boven uitstak. We keken uit op een stenen jungle, waar de bewoners een continu gevecht voerden om lucht en ruimte, zoals planten dat doen in het tropisch regenwoud.

Liefs,
Frank

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Gili Trawangan

marjan en frank

die hoedjes gaan mee de wereld rond,vanuit Marrakesch naar Singapore,New Zeeland,Australie en Indonesie.

Actief sinds 25 Aug. 2009
Verslag gelezen: 128
Totaal aantal bezoekers 95812

Voorgaande reizen:

25 Augustus 2012 - 29 September 2012

Cuba

27 November 2009 - 04 Juni 2010

sabbatical

Landen bezocht: