De stempeltempel van Labuan Bajo - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu De stempeltempel van Labuan Bajo - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu

De stempeltempel van Labuan Bajo

Door: marjanenfrank

Blijf op de hoogte en volg marjan en frank

29 April 2010 | Indonesië, Batavia

Lieve vrienden,

Labua Bajo is de port of entry voor reizigers naar Flores en Komodo. Ons hotelletje lag halverwege de heuvel waar het stadje tegen aangebowud was. De patio voor onze hotelkamer bood een fenomenale view op de haven en, in de verte, op de eilanden Rinca en Komodo. Het was een genot om aan het eind van de middag de vissersbootjes pruttelend de haven te zien uitvaren om ‘s nacht op tonijn en barracuda te gaan vissen in de diepe, woelige wateren rondom Komodo. Je zag beneden je de kleine vuurtjes waarmee de bewoners bladafval en huishoudelijk afval verbrandden, bij gebrek aan een vuilophaaldienst. Verschillende geuren drongen zich aan je op, de rook van de vuurhaardjes, de zilte lucht van verse vis en etensluchtjes natuurlijk, zoals het in heel Indonesië eigenlijk de hele dag naar eten ruikt. De mullah’s zongen tegen elkaar op, terwijl de oranje-rode zon langzaam onderging boven de baai van Komodo. Boven de Flores-zee, heel ver weg bliksemde het. Het regenseizoen duurde lang dit jaar. De eerste lampjes in de huizen gingen aan. Het was alsof je deel uitmaakte van een levend schilderij.

Zo vreedzaam en idyllisch als het er van boven uitzag, zo rommelig en vies was het beneden, in de straten van Labuan Bajo. Overal stapelde het vuil zich op. De bewoners veegden weliswaar hun eigen straatje schoon, maar schoven de rommel vervolgens op het openbare gedeelte. Dat was van niemand in het bijzonder, dus was niemand daar ook verantwoordelijk voor. Geiten die in het afval wroetten, niemand die ze wegjoeg. Ratten die voorbijschoten, kakkerlakken die uit kieren en gaten kropen, niemand die er nota van nam. Kennelijk genoot een efficiënt vuilnisophaal- en verbrandingssysteem niet de hoogste prioriteit in dit plaatsje. Aan wegenonderhoud werd ook niet veel gedaan, de hoofdstraat was meer kuil dan asfalt. Labuan Bajo zag er al met al wat groezelig en shabby uit.

De laatste jaren kwam er weliswaar flink wat ontwikkelingsgeld via de Wereldbank de kant van Labuan Bajo op, want het gebied heeft een grote toeristische potentie. Maar dat geld werd gestoken in de bouw van enkele luxe hotels, op veilige afstand van de stad. Zodat de gefortuneerde gasten niet met de rauwe werkelijkheid geconfronteerd hoefden te worden. Dat de lokale bevolking nauwelijks profiteert van dergelijke projecten was kennelijk geen criterium geweest bij de toewijzing van de gelden. Dat ontwikkelingsgelden wat dat betreft veel beter in kleinschalige, toeristische projecten gestoken kan worden of in verbetering van infrastructuur en onderwijs was kennelijk ook hier weer aan dovemansoren gericht.

Maar een gebrekkige infrastructuur of niet, er was gelukkig wel een postkantoor. Want we hadden zoals gebruikelijk weer wat om op te sturen. Want waar we ook komen en hoe weinig ze ook zijn ingesteld op toeristen, Marjan weet altijd en overal wel iets van haar gading te vinden. Ik zal de specifieke items van haar boodschappenmandje niet allemaal benoemen, maar het was in ieder geval weer een mandje vol. Het postkantoor dus. We stapten een spaarzaam verlichte, slecht geventileerde ruimte binnen, met symmetrisch opgestelde ouderwetse lessenaars waaraan verschillende medewerkers onduidelijke dingen zaten te doen. Maar er was ook een grote balie, waarachter een in een onberispelijk oranje uniform gestoken heerschap zetelde op een hoge stoel, die ons met een voorname, maar toch vriendelijke blik aankeek. De baas van het postkantoor, dat was direct duidelijk. Maar de postbaas van Labuan Bajo sprak geen Engels zodat we met hulp van iemand die wel een paar woorden sprak duidelijk probeerden te maken dat we een pakket wilden opsturen. Helaas, het postkantoor was daartoe door de opper-postbazen op Java niet geregistreerd.

Maar postzegels verkopen kon hij natuurlijk wel, en wat voor postzegels! Het onderwerp was het WK voetbal. Dat van Duitsland 2006 wel te verstaan. En ja, ze waren vanzelfsprekend wel geautoriseerd om de ansichtkaarten ook op te sturen. Hij nam de kaarten plechtig in ontvangst en gaf er met een aan een lange metalen steel bevestigde stempel geplaatste klappen op. Met een elegante zwaai van de rechterarm en een klein, subtiel buiginkje van de pols op het laatste moment. Een gecontroleerde, stijlvolle beweging waaruit veel ervaring sprak. Een handeling die de hand van de meester verraadde. Toen we nog eens goed om ons heen keken zagen we dat overal, achter iedere lessenaar de stempel met verve werd gehanteerd, met minder lange stelen dan die van de postbaas weliswaar, mar toch. In Indonesië is nog sprake van een ouderwetse stempelcultuur, het was ons al eerder ogevallen en wij bevonden ons op dat moment in het epicentrum daarvan, in de stempeltempel van Labuan Bajo.

In Labuan Bajo, genoemd naar de sea-gypsies, de 'Bajo' worden de goederen nog als stukgoed aangevoerd en op de kade gelost. Zoals wij vroeger ook onze handelswaar aanvoerden en losten, voordat de grote containerschepen onze havens veroverden, ver voordat Rotterdam zich zou ontwikkelen tot een van de grootste containerterminals ter wereld. In Labuan Bajo worden de dozen, kratten en balen nog steeds met netten uit de laadruimtes van de kleine vrachtschepen gehesen. Door mobiele kraantjes, die piepend en knarsend heen en weer rijden op kromme, verroeste spoortjes. Geen idee wat voor lading het allemaal was, niemand vermoedelijk die het overzicht had. Ook de havenautoriteiten niet, dat wil zeggen, het gebouwtje waarin zij geacht werden kantoor te houden was onbemand, al die tijd dat we in Labuan bajo verbleven.

Labuan Bajo was een soort buitenpost, zo leek het. Het laatste contact met Java, met het beschaafde Westen. Achter de stad lag het Wilde Oosten, zo voelde het, waar niet zo heel veel nog aan de moderne tijd zou doen denken, zo vermoedde ik. Ik zou nu door willen trekken, mijmerde ik, dat achterland verkennen. Doorpakken nu en met de bus door Flores reizen. En verder, met een Pelni-boot oversteken naar de Banda-eilanden en verder varen nog, naar Nieuw Guinea, het ‘echte’ Indonesië verkennen. Maar we hadden nog maar vier weken in dit land en er moest bovendien nog gedoken worden en naar reuzenhagedissen gezocht worden!

Liefs Frank

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Batavia

marjan en frank

die hoedjes gaan mee de wereld rond,vanuit Marrakesch naar Singapore,New Zeeland,Australie en Indonesie.

Actief sinds 25 Aug. 2009
Verslag gelezen: 471
Totaal aantal bezoekers 95789

Voorgaande reizen:

25 Augustus 2012 - 29 September 2012

Cuba

27 November 2009 - 04 Juni 2010

sabbatical

Landen bezocht: