Zijn we er toch ingetuind, deel II
Door: marjanenfrank
Blijf op de hoogte en volg marjan en frank
27 Mei 2010 | Filipijnen, El Nido
We stapten over op een ander bootje, bij de monding van de ondergrondse rivier. Snel, stiekem bijna, want Schweinsteiger was even plassen. Het bootje was al los van het steigertje, maar het was te laat, daar kam hij al weer aanlopen: wait for me! De schipper-gids vroeg Schweinsteiger een vest om te doen en een helm op te zetten, maar dat weigerde hij. Vanzelfsprekend, want het was geen type dat zich iets liet vertellen.
We voeren de opening van de grot binnen, een ingang die deed denken aan een grote, gapende muil met vervaarlijke tanden en een zwart gehemelte, die continu een blauwgroene stroom water uitspuwde. Het werd steeds donkerder en de schijnwerper van het bootje ging aan. Schweinsteiger liet me de drie lampjes zien, die hij uit zijn andere broekzak tevoorschijn haalde. “Just in case!”. De entourage deed denken aan de Efteling, aan Fata Morgana, maar dan zonder Arabieren met een tulband die dreigend een kromzwaard naar je opheffen, met naast hen een grote, woest brullende tijger aan een ketting. Veel zwaluwen en vleermuizen die om ons heen vlogen, dat dan weer wel.
Ondertussen probeerde de gids in slecht Engels wat over de grot te vertellen, maar Schweinsteiger klepte daar voortdurend doorheen met zijn eigen verhalen. En in die holle ruimte klonk het allemaal nog harder, nog bitser. Sterker, met die echo erbij hoorde je hem ook nog eens twee keer brullen. Ik moest denken aan de regels die op het bord hadden gestaan, bij het overstappunt: ‘keep your voice at minimum while on tour'. Een farce natuurlijk, op deze manier. Totdat Marjan er wat van zei en we eindelijk naar de gids konden luisteren.
De gids was echter weinig informatief en leek ons een plezier te willen doen door vooral op de specifieke vormen van bepaalde rotsen, stalagtieten en stalagmieten te wijzen en dan aan te geven welke bijnaam ze hadden, zoals ‘de giraffe’, ‘de tijger’, ‘de male mushroom’ (met een uitsteeksel aan de bovenkant, ha ha), ‘de female mushroom' (met een opening aan de onderkant, ha ha ha), ‘het laatste avondmaal, hier met zowaar 14 apostelen. Allemaal reuze grappig hoor, en met enige fantasie kon je dat er ook nog wel allemaal in herkennen. Maar erger was dat Schweinsteiger voortdurend bezig was de arme gids af te troeven in meligheid: “Does that look like a burning candle? It looks more like a bottle of beer to me, jah! By the way, where is the bar in this cave?” Of, bij een stalagtiet in de vorm van een wulpse vrouw: “Is that Sharon Stone? To my memory she had bigger boobs, jah!”. En alsof dat allemaal nog niet erg genoeg was maakte hij ook nog eens enge spookgeluiden, toen we een ander bootje passeerden: “‘You better watch out for the cave-witch, we saw her just a few minutes ago, jah!, Woehoehoeeeeeeeeeeeeeeeeeeeh!” De Filippijnse passagiers in het bootje zaten hem met open mond aan te kijken, met grote ogen waaruit zowel verbazing als schrik sprak.
Ik had het inmiddels helemaal gehad met Schweinsteiger, had hem het liefst een zetje willen geven, of beter nog, een knal voor zijn kop. Met mijn knokkels bovenop zijn litteken. Ik had hem zo het zwarte, van vleermuizenpoep vergeven rivierwater in willen kieperen. Ik wou dat ik een kromzwaard had kunnen lenen van een Arabier met een tulband of een woest-brullende tijger op hem los had kunnen laten. Ik had op zijn minst kunnen zeggen ‘halt doch endlich mahl deine Klappe, jah!!. Maar ik zweeg, liet het over mee heenkomen, was niet assertief genoeg. Maar ik wilde ook geen ordinaire burenruzie uitvechten in een Filippijnse grot. Er geen Duitsland-Nederland strijd van maken. Niet nog een keer, niet op een ondergrondse rivier. Ik verlangde naar Sabang, naar mijn veilige, Duitser-vrije cabin.
We voeren weer terug naar Sabang, naar het haventje. De schipper wilde aanleggen op het strand, maar Schweinsteiger verordonneerde dat het bootje moest aanmeren bij de kade. Zijn voet moest droog blijven, jah! Daar moesten we in de wachtrij, wachtend op al die andere bootjes die daar wilden aanleggen. Wat Schweinsteiger de gelegenheid bood te fulmineren op de paus en zijn perverse priester-volgelingen. Zomaar, zonder enig aanleiding. Toen het wachten hem te lang duurde commandeerde hij de schipper dat hij naar een andere steiger moest varen. Dat weigerde de schipper, zijn autoriteit was nu in het geding. Even dreigde een opstootje, maar Schweinsteiger bond bijtijds in. Zowaar.
Op het allerlaatste moment, juist voordat we van boord stapten, vroeg hij nog of we wat met hem wilden drinken. Nou ja, zeg! Ik maakte me er met een smoesje vanaf en we kozen het hazenpad, snel naar ons veilige hutje.
Ons tochtje naar de ondergrondse rivier was behoorlijk verpest, dat moge duidelijk zijn. Een duistere tocht was het geworden, een trip waar S. te D. een zware schaduw over heen gelegd had. We waren twee uur lang vastgeketend geweest aan een onbehoorlijke en onbekoorlijke oosterbuur, we hadden al die tijd niet kunnen ontsnappen aan een dominante Duitser met een grote Klappe. We hadden hem nooit moeten uitnodigen aan boord te komen. We wisten dat het een schreeuwlelijk was, van de vorige dag. We weten ook dat Duitsers de reputatie hebben een eenmaal ingenomen territorium niet zo snel meer uit handen te geven. Ja, toch? Of dat nu een kuil is op het Noordzeestrand of een voetbalveld, een ondergrondse rivier of een klein bootje. We hadden het kunnen weten. Zijn we er toch ingetuind.
Liefs, Frank
-
27 Mei 2010 - 12:20
Maayke:
Helemaal gelijk Frank: ze leren het nooit die Oosterburen en dan zingen wij ook nog ".....ben ik van Duitschen bloed" (hoewel dat ooit "van Dietschen bloed" was en dat klinkt toch al een stuk beter). Gauw vergeten joh: het was maar een Schweinsteiger, eigenlijk zonder steiger! Wij noemden dit soort types altijd Brutus Kapotjeplof!
Liefs -
27 Mei 2010 - 16:25
Anja:
Hallo Frank en Marjan,
Wat een pech en wat zo'n man aan irritatie en afkeer te weeg kan brengen. Zullen we het maar bij het type houden en niet bij de nationaliteit. Er zijn ook echt aardige... en volgens mij zijn jullie die ook tegen gekomen. Misschien nu wel, ik drink alvast een lekker glas wijn op jullie laatste dagen daar. Veel groeten, Anja en fam. -
28 Mei 2010 - 11:22
Renske En Will:
Wat een verslag zeg,dit doen jullie nooit meer,zo,n vieze duitser uitnodigen,maar mooi vertelt wij hebben er van genoten(schrale troost) lieve groetjes van Renske en Will.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley