Vol is niet vol - Reisverslag uit El Nido, Filipijnen van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu Vol is niet vol - Reisverslag uit El Nido, Filipijnen van marjan en frank hustinx - WaarBenJij.nu

Vol is niet vol

Door: marjanenfrank

Blijf op de hoogte en volg marjan en frank

27 Mei 2010 | Filipijnen, El Nido

Lieve vrienden,

We reden voor de zesde keer een rondje door het dorp, want er konden nog steeds passagiers bij in de Jeepney, volgens de chauffeur. Tenslotte stopte hij de Jeepney, een kruising tussen een Jeep en een bus bij het kleine haventje, waar de complete lading van een forse 'banca' werd overgeladen op de Jeepney. Er gingen minstens twintig zware dozen op het dak, waarna de lading vakkundig werd vastgesjord. Ergens onderop moesten ook nog onze koffers liggen, arme koffers, hopelijk niet helemaal geplet door het gewicht van de bovenop liggende dozen.

Weer een nieuwe passagier, een oudere dame die een niet goed afgesloten plastic zak met gedroogde vis deponeerde in het bagagevakje naast Marjan en zelf voorin ging zitten. Direct verspreidde zich een penetrante vislucht in de toch al zo benauwde cabine. Moet je net Marjan hebben, die knijpt steevast haar neus dicht als ze langs de viskramen op de Albert Cuyp loopt. Moesten we deze lucht twee uur lang inademen? Maar toen we dan eindelijk weggingen hadden we er weinig last meer van. Niet zozeer omdat we gewend raakten aan de vislucht, maar meer omdat er een alles overheersende lucht van diesel en uitlaatgassen de open cabine binnendrong. Alles is relatief nietwaar, ook vieze luchtjes.

In Roxas, op een derde van de afstand Port Barton-El Nido, zouden we overstappen op de grote bus. Uiteindelijk kwam hij aanrijden, veel te laat natuurlijk en werkelijk propvol, overbelast,topzwaar. Vooral op het dak, waar een enorme hoeveelheid koffers en dozen bijeengebonden was en waar ook nog eens een stuk of vijftien reizigers zich een plekje tussen de dozen hadden weten te verwerven. Moesten we hier nog bij? We wilden niet op het dak, maar in de cabine. Maar was daar nog plaats? Niemand die het wist, niemand die het coördineerde. Alleen onze koffers gingen direct het dak op, dat wel. Na een half uur stapten de passagiers weer in, maar wij stonden nog steeds buiten. Opeens begon de bus te rijden, zonder ons, maar met onze bagage, ons in verbijstering achterlatend. Maar gelukkig stopte hij even later weer, bij een werkplaats-garage, waar ter plekke iets aan het chassis aan elkaar werd gelast, de passagiers nog in de bus. Bepaald geen geruststellend teken van degelijkheid. Geen blijk van betrouwbaarheid, deze bus.

We besloten het aan de chauffeur zelf te vragen, waar we moesten zitten. Op het dak dus. We weigerden. We hadden geen zin vier of vijf uur lang onbeschermd in de brandende zon op een dak te zitten, of misschien onderweg een tropische regenbui over ons heen te krijgen. En wat als de chauffeur plotseling moest afremmen? We zouden gekatapulteerd worden, als een projectiel het regenwoud naast de weg ingeschoten worden. Onverantwoord. Dus vroegen we de bagagejongen onze koffers weer van het dak te halen. Vond-ie niet zo leuk natuurlijk, het losknopen van de touwen en het uit de grote berg bagage tevoorschijn diepen van onze koffers kostte hem al gauw een minuut of tien.

Hoe nu verder? Iemand van de garage adviseerde ons om een tricycle te nemen naar het haventje van Roxas, waar geregeld minibusjes stopten, op weg naar El Nido. Tot onze verbazing werden we aldaar direct opgevangen door een attente, bijzonder klantgerichte jongedame die een soort travel agency bestierde en direct zitplaatsen voor ons regelde in een minibusje. Dat zou er over een uur zijn en in de tussentijd konden we plaatsnemen in haar wachtkamertje. Naast ons zat een ander stel, uit Rusland vermoedde ik. Te wachten op een ferry die hen naar Coco Loco zou brengen, een resort op een eilandje voor de kust van Roxas. De man vroeg aan de jongedame van het bureautje hoe het met de alcohol zat op het eiland. "Do you have alcohohoooll over there? You know, alcohoooooooooooooooolll? Do you have bieeeeeeeeer? Becoze, when ai arraive there, ai want to drink till the next mornink!”. Ik was blij dat we niet voor Coco Loco hadden geboekt.

Drie uur later kwam het minibusje, onze ‘shuttle’ voorrijden. Een Toyota Hiace. De inzittenden stapten uit voor een korte break, een plaspauze. Ik telde er twaalf. Paste dat allemaal in dat busje? En dan moesten wij er ook nog eens bij? Uiteindelijk werd er flink opgeschoven en gepropt, waardoor er achterin nog twee plaatsjes vrijkwamen. Ik kon mijn lange stelten nauwelijks kwijt en moest half overdwars gaan zitten. Ik kreeg er een claustrofobisch gevoel van, van de gedachte daar vier uur opgevouwen te zitten. Opgesloten, ook nog eens op een plek waar iedere oneffenheid in het wegdek direct voelbaar zou zijn.

Toen we wegreden telde ik zestien passagiers, en een klein kind, bij iemand op schoot. Hier kan echt niemand meer bij. Dacht ik. Want onderweg werden nog twee passagiers opgepikt en die gingen gewoon het dak op. Hupsakkee, tussen de koffers en de rugzakken in. Weer stopte hij, weer iemand die meewilde. Hoe gingen ze dat oplossen? Welnu, dat ging als volgt: de bijrijder ging achter het stuur zitten en bovenop hem kroop de chauffeur, op zijn schoot dus. Hij moest schuin naar voren buigen om nog iets van het wegdek te kunnen zien, maar dat weerhield hem er niet van de Hiace flink de sporen te geven. Ik telde op het hoogtepunt twintig passagiers.

Het begon te regenen, ook dat nog. De versleten, haperende ruitenwissers schraapten meer over het aangekoekte vuil dan dat ze het van de voorruit afveegden, een voorruit waarin overigens een paar hele grote barsten zaten. Erger was dat zo’n topzware auto natuurlijk snel uit balans zou raken, zou wegslippen op de spekgladde weg, zo vreesde ik. En zie er dan maar eens uit te kruipen, als je op je kant ligt. Maar onze chauffeur draafde gewoon door, niets aan de hand. Tot we bij het onverharde deel van de weg kwamen, waar ze bezig waren met de aanleg van een geplaveide, nieuwe weg. Toen moest hij zijn snelheid wel minderen. Noodgedwongen, want we werden naar de zijkant gedirigeerd, waar alleen nog maar een zand- en kleibed lag, een inmiddels verzadigde, doornat geworden ondergrond voor de nieuwe weg.

We reden, kortom, door een grote blubberzooi. Zeker een uur lang. We glibberden alle kanten op, de wielen trokken diepe sporen door de vette klei. Op een gegeven moment gleed het busje helemaal zijwaarts weg. Gegil in de cabine. We zaten vast, vastgezogen in de modder en even dreigden we te kantelen. Moesten we eruit, om het gewicht te verminderen, zodat de chauffeur zich vrij kon worstelen? Moesten we dan in 's hemelsnaam maar even door de kleffe derrie ploeteren? Maar zie, de chauffeur zette hem in zijn achteruit en weer in zijn vooruit, een paar keer achter elkaar, draaide wat aan het stuur, gaf een paar keer een flinke dot gas en wist de auto uiteindelijk met een brullende motor en een slurpend-zuigend geluid te bevrijden uit de bruine kledderzooi. En daar gingen we weer, meer glijdend dan rijdend, maar we kwamen in ieder geval weer vooruit.

Na een uur hield de regen op en begon de zon te schijnen, maar de weg waarover we reden was nog steeds onverhard. Maar wel vrij snel helemaal opgedroogd. De chauffeur voerde de snelheid flink op, wat heet, hij ging helemaal los nu, had al te veel tijd verloren. De steentjes op het wegdek kletterden keihard tegen het chassis aan, alsof er voortdurend met hagel geschoten werd op de onderkant van de auto. Er werd het uiterste gevergd van de schokbrekers en ik moest me achterin heel goed vasthouden om in balans te blijven. Om niet voortdurend mijn hoofd tegen het dak te stoten en niet de hele tijd op Marjan’s schoot geworpen te worden. Deze auto’s gingen niet langer mee dan een jaar of drie, dat kon niet anders. Een kort, maar hevig leven, zullen we maar zeggen. Een vrouwelijke passagier moest kotsen, en dat gebeurde al rijdend, uit het snel geopende zijraampje, geen tijd te verliezen.

Na drie uur, korter dan gedacht, kwamen we in El Nido aan. We stapten uit, gebroken, en ik had even een paar minuten nodig om mijn rug te rechten. We namen onze koffers in ontvangst, die bedekt waren door een dikke laag bruine stof. We namen plaats in een tricycle die ons naar het hotel zou brengen, een voertuig waar normaal gesproken maximaal twee passagiers in kunnen plaatsnemen. Niet hier dus, niet in dit land. Want achterop de motor van de bestuurder kropen nog twee jongedames. Vol is nooit vol in de Filippijnen.

s’Avonds liepen we over het strand van El Nido. De bootjes dobberden in de baai en de restaurantjes hadden hun tafeltjes tot ver op het strand geplaatst, tot vlak bij de zacht klotsende vloedlijn, met brandende toortsen er tussenin. Sfeervol en uitnodigend. We namen plaats aan een tafeltje, kaarsje erbij en lieten ons de chicken curry goed smaken. Met iedere slok wijn vloeide er meer ontspanning in onze gebutste lijven. We luisterden met genoegen naar het live-bandje wat achter ons in het restaurant sixties-en seventies hits speelde en we zongen zachtjes mee. Opeens hoorden we een andere zanger, een ander accent ook, iemand die hard en onzuiver meezong. Ik kreeg opeens een heel onbestemd gevoel in mijn huik. Zo’n gevoel dat je krijgt als je weet dat je het volgende moment met een verschrikkelijke waarheid geconfronteerd gaat worden, maar nog niet weet wat. Ik draaide me met een ruk om en was flabbergasted. Want wie stond daar op het podium? Schweinsteiger! Onze Duitse schreeuwlelijk. Met zijn ontblote bovenlijf en schmutzige army-broek mee te brullen in een microfoon! Herrn Gott noch mahl! Op het podium geklommen, ongetwijfeld zonder het eerst te vragen. Alsof hij ons achtervolgd had! We rekenden gehaast af, betaalden veel te veel, wilden niet wachten op het wisselgeld. We maakten ons schielijk uit de voeten, wederom op de vlucht voor deze Duitse brulaap. Wat een dag!

Liefs, Frank



  • 27 Mei 2010 - 13:14

    Mieke:

    Hoop voor jullie dat de volgende trip comfortabeler is.Gelukkig maakte de avond weer veel goed.
    Nog een heerlijk weekje .dag lieverds

  • 27 Mei 2010 - 16:36

    Anja:

    Hoi Frank en Marjan,
    Oké zo'n autotrip en de brulaap zijn echt vreselijk,maar de foto's zijn wederom prachtig. Kunnen jullie nog beseffen wat voor moois jullie allemaal zien.
    Maak nog maar wat mooie plaatjes de komende dagen.Dat wordt dan hier nagenieten in dit heel wat minder kleurrijke landje. Veel liefs en groetjes Anja en fam.

  • 28 Mei 2010 - 04:35

    Manon:

    De foto's lijken haast in tegenspraak met je verhaal. Het is weer hilarisch beschreven, maar als je onderdeel van het verhaal bent, voelt het dus anders. Ballack blijft trouwens thuis, weet Schweins. dat wel????

  • 28 Mei 2010 - 08:54

    Ger:

    wat een fantastisch verhaal, ik voel mij bijna meerijden. openbaar vervoer in nederland nog maar eens relativeren, nog niet zo schjlecht.......

  • 29 Mei 2010 - 02:43

    Wilco En Frida:

    Hoi Marjan en Frank,

    Vanaf een heerlijke koele hotelkamer in Dumaguete (Negros)met een hi-speed internet verbinding zijn we begonnen om jullie reisverslagen te lezen. Wat schrijf je heerlijk levendig Frank! We vinden het bijna jammer dat we onze gezellige Duitse buur niet hebben gespot in Sabang :(. Van een afstandje dan he!

    Marjan, ik heb je boek met heel veel plezier gelezen, sommige dingen zo herkenbaar, heerlijk. Nogmaals bedankt, Wilco gaat er nu aan beginnen.

    Over een paar dagen gaan we de wondere onderwaterwereld van Apo eiland ontdekken. Jullie alvast een goede terugreis.

    Groetjes, Wilco en Frida

  • 29 Mei 2010 - 08:59

    Dick En Irene:

    Hoi Frank en Marjan,

    Via onze reisvrienden Wilco en Frida op jullie site terecht gekomen. We kennen Wil en Friet van onze vorige reis in 2007, sindsdien in contact gebleven. Ik ga jullie site lekker uitpluizen voor tips "voor de volgende keer", wanneer dat dan ook is.
    Ik begrijp dat jullie bijna weer naar NL gaan?? Geniet er nog even van!!

    Groetjes Dick & Irene
    www.dickenirene.waarbenjij.nu

  • 29 Mei 2010 - 12:50

    Marijke:

    Ha F&M, wat een spannend verhaal zeg, een wonder dat het allemaal goed ging. Gelukkig maar want zo vlak voor de eindstreep moet je het wel heel houden. Nog maar een paar dagen en dan al weer naar huis. Het is omgevlogen, tenminste aan deze kant van de wereld, jullie kunnen denk ik nog jaren voort met alles wat je hebt meegemaakt. We verheugen ons erop jullie binnenkort weer te zien en zo stukje bij beetje steeds weer wat te horen - voor zover het al niet gedocumenteerd is :-). Ik heb niet altijd alles gelezen, ik wacht op de het boek met jullie reisverslag.
    Veel liefs, Marijke en ook natuurlijk van Piet. Goede reis, veilig thuiskomen en tot GAUW!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Filipijnen, El Nido

marjan en frank

die hoedjes gaan mee de wereld rond,vanuit Marrakesch naar Singapore,New Zeeland,Australie en Indonesie.

Actief sinds 25 Aug. 2009
Verslag gelezen: 152
Totaal aantal bezoekers 95754

Voorgaande reizen:

25 Augustus 2012 - 29 September 2012

Cuba

27 November 2009 - 04 Juni 2010

sabbatical

Landen bezocht: