Backpackersparadijs
Door: marjanenfrank
Blijf op de hoogte en volg marjan en frank
31 Mei 2010 | Filipijnen, El Nido
Het was een bootreis van acht uur, van El Nido naar Coron. Op een comfortabele en zeewaardige banca. De zee was rustig, bij tijd en wijlen spiegelglad zelfs. Het eerste uur ging langzaam voorbij. Zoals altijd het geval is eigenlijk tijdens een lange trip. Maar daarna kom je in een soort gemoedstoestand terecht waarin je nog wel waarneemt, maar je gevoel voor tijd verliest. Eerst mijmer je nog wat, maar steeds vaker denk je helemaal nergens meer aan. De uren glijden vrijwel ongemerkt voorbij en je gaat helemaal op in de omgeving waarin je op dat moment verkeert. Het is dan puur genieten, zonder bijgedachten, van de vliegende vissen en van de tonijnen die in de verte uit het water springen. En van al die prachtige eilanden die je passeert en de schitterende stranden die je ziet liggen.
En dan komen af en toe toch de gedachten. Hoe opvallend het is dat er geen hotel te zien is, bijvoorbeeld. Want het zijn stranden die in, pak hem beet, het Caribisch gebied allang volgeplempt zouden zijn met ‘high rise’ hotels en viersterren resorts. Hier niet, want het punt is: hoe kom je daar, bij die mooie stranden? Er leiden geen wegen naar toe; als er al ergens een weg loopt op Palawan is deze ongeplaveid. Zelfs de hoofdweg van Puerto Princesa naar El Nido is grotendeels nog onverhard en dan heb je het wel over de economische levensader van het eiland.
Het gebrek aan infrastructuur in het algemeen staat de ontwikkeling van Palawan als een toeristische topbestemming vooralsnog in de weg. De meeste toeristen willen niet drie uur hobbelen over slechte wegen, willen niet douchen met brak water en willen niet slechts acht uur per dag gebruik kunnen maken van een stopcontact. En ze willen altijd kunnen pinnen, terwijl er nu alleen maar ‘ATM’s’, pinautomaten, in de hoofdstad Puerto Princesa zijn. Er zijn wel luxe resorts, maar die zijn schreeuwend duur. Dan heb je het over de ‘top-end’ categorie, luxe resorts op afgelegen eilanden waar de Amerikaanse jetset zich met een klein prive-vliegtuigje naar toe laat brengen en zich á raison van driehonderd dollar per nacht of meer in de watten laat leggen. Maar de tussencategorie, de midrange, ontbreekt vooralsnog in het hotelaanbod van Palawan.
Palawan is nog niet rijp voor massatoerisme, voorlopig blijft het een backpackers paradijs. Uiteindelijk gaat dat natuurlijk allemaal wel veranderen. Er wordt nu al hard gewerkt aan een nieuwe, geplaveide hoofdweg en de productie van elektriciteit wordt steeds verder opgevoerd. Los hiervan wekken steeds meer resorts zelf stroom op met eigen generatoren. En wat de ATM’s betreft: toen wij in Coron waren was zojuist de tweede ATM van dit eiland 'feestelijk geopend'. In San Vincente, de tweede stad van Palawan, komt over twee jaar een internationaal vliegveld gereed, zo wordt beweerd, zodat zonaanbidders uit Hong Kong, Tokyo en Seoul rechtreeks naar Palawan kunnen vliegen. Een van de redenen is het nabijgelegen prachtige, witte zandstrand van veertien (!) kilometer lengte. Waar begerige projectontwikkelaars nu al bezig zijn de grond op te kopen, een strand dat nu al in percelen is opgedeeld. Een beach waar de oorspronkelijke bewoners, de vissers nu al met harde hand van afgeveegd zijn.
Liefs Frank
-
31 Mei 2010 - 10:12
Mieke:
lieve Marjan en Frank,
Allereerst willen we jullie bedanken voor alle verslagen en prachtige foto s.we hebben aardig met jullie meegreisd.
Tja..,ook aan deze lange reis komt een einde ... sterkte!
Een hele goeie terugreis en een warm welkom in Nederland.
liefs Bert en Mieke. -
31 Mei 2010 - 21:19
Maayke:
Helaas dat Palawan straks ook overspoeld wordt met massatoerisme. Blijft er dan geen plek ongemoeid? Back to basic is toch de mooiste manier van vakantie vieren (vind ik tenminste): dicht bij de natuur! Laat Palawan maar "onrijp" blijven!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley